zoeken

Disciplinaire maatregelen

Wie zich schuldig maakt aan ongewenste omgangsvormen, moet een passende disciplinaire maatregel opgelegd krijgen.

Bij disciplinaire maatregelen voor medewerkers kan gedacht worden aan een berisping, een waarschuwing in het personeelsdossier, aangifte bij de politie, een schorsing of ontslag. Uiteraard afhankelijk van de ernst van het wangedrag. De klachtencommissie zal de werkgever op grond van haar reglement hierin adviseren. Als zich omstandigheden voordoen die naar de mening van de werkgever geen uitstel dulden, kan de werkgever maatregelen treffen voordat de klachtencommissie een uitspraak heeft gedaan.

Bij het opleggen van een disciplinaire maatregel volgt de werkgever de procedure zoals die is weergegeven in Hoofdstuk P ‘Disciplinaire maatregelen/schorsing’ van de cao-hbo.
Ook cao-artikel S-2 ‘Commissie van beroep personeel’ is van toepassing.
In geval van mogelijk strafbare feiten wordt aangifte gedaan bij de politie, tenzij het slachtoffer zwaarwegende redenen heeft waarom aangifte niet wenselijk is. Ook kan eventuele schade op de dader worden verhaald.

Zorg daarbij:

  • dat de hbo-instelling, als werkgever, in beginsel altijd aangifte doet bij bedreiging en fysiek geweld die een strafbaar feit opleveren (tenzij het slachtoffer zelf aangifte wenst te doen) en dit daarnaast ook van de medewerkers verwacht
  • dat als er materiële en/of immateriële schade is geleden de wens tot schadevergoeding in de aangifte wordt aangegeven (dit is van belang om de schade via voeging in het strafproces terug te vorderen)
  • dat de medewerker die aangifte doet altijd domicilie kiest op adres van de werkgever, om zo zijn huisadres buiten de aangifte te houden
  • dat tijd vrij gemaakt kan worden voor het (zelf) doen van aangifte en het begeleiden van medewerkers, ook bij het verhalen van schade door het slachtoffer op een andere manier dan via voeging in het strafproces.

 

Terug naar overzicht