Werkgevers moeten volgens een arbeidshygiënische strategie de veiligheid en gezondheid van werknemers beschermen. De arbeidshygiënische strategie is een hiërarchisch stelsel van beheersmaatregelen voor risico’s. Hierbij wordt allereerst naar de bron van het probleem gekeken. Als daar redelijkerwijs niets aan kan worden gedaan, dan pas zijn andere maatregelen mogelijk.
De arbeidshygiënische strategie ziet er als volgt uit:
- Bronmaatregelen
Als eerste moet geprobeerd worden de oorzaak van het probleem weg te nemen. Voorbeeld: kankerverwekkende stof vervangen door een veiliger alternatief, wegnemen van een onveilige machine of vervangen van een heftruck met dieselmotor door een elektrische heftruck. - Technische maatregelen
Als bronmaatregelen redelijkerwijs niet mogelijk zijn of nog niet het gewenste effect hebben, dan moeten technische maatregelen worden genomen om de risico’s te verminderen. Voorbeeld: het plaatsen van afscherming of een afzuiginstallatie. - Organisatorische maatregelen
Als bronmaatregelen en technische maatregelen redelijkerwijs niet mogelijk zijn of geen afdoende oplossing bieden, moet de werkgever organisatorische maatregelen nemen. Hier gaat het om het verlagen van het risico door het verminderen van de blootstelling, bv. het werk zo organiseren dat individuele werknemers minder blootgesteld worden (taakroulatie of andere werkmethodes). - Persoonlijke beschermingsmiddelen
Als de bovenste drie maatregelen onvoldoende effect hebben of redelijkerwijs niet van de werkgever kunnen worden gevergd, moet de werkgever de werknemer persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken. Voorbeeld: oorbeschermers, lasbrillen, werkhandschoenen.
Redelijkerwijsprincipe
De maatregelen op de verschillende niveaus hebben nadrukkelijk een hiërarchische volgorde. De werkgever moet dus eerst de mogelijkheden op hoger niveau onderzoeken voordat besloten wordt tot maatregelen uit een lager niveau. Het is alleen toegestaan een niveau lager te gaan als daar gegronde redenen voor zijn (om technische, uitvoerende en economische redenen kan een stap redelijkerwijs niet van de werkgever worden gevergd). Dit is het redelijkerwijsprincipe.
Uitzondering hierop vormen risico's van carcinogenen/mutagenen en biologische agentia. Dan mag alleen een stap lager in de hiërarchie worden gedaan als een hogere maatregel technisch niet uitvoerbaar is. Economische motieven mogen voor deze twee groepen ook niet worden ingebracht als reden voor een lager niveau van maatregelen.