zoeken

Legionella

De inhoud van dit thema ligt nog ter beoordeling bij de Nederlandse Arbeidsinspectie en wordt pas als definitief beschouwd na goedkeuring.

Inhoud

Legionella

Legionella is een bacterie die de veteranenziekte (legionellose) kan veroorzaken. De griepvariant (ook wel Pontiac-koorts) is meestal van voorbijgaande aard. De veteranenziekte daarentegen is een chronische longaandoening met mogelijk dodelijke afloop. Bijzondere groepen als ouderen, medewerkers met longaandoeningen en rokers lopen extra risico.

De legionellabacterie komt wereldwijd voor en gedijt het best in warm water van 20 tot 50 °C.
Bij temperaturen onder 20 °C vermenigvuldigt de bacterie zich niet meer, maar wordt ze niet gedood; temperaturen vanaf 55 °C daarentegen zijn bacteriedodend. De ziekte kan ontstaan door het inademen van aërosolen die besmet zijn met de legionellabacterie. Aërosolen zijn micrometergrote druppeltjes (diameter 5 μm) die tot in de longblaasjes kunnen doordringen.

Risicovolle plaatsen voor legionella in schoolgebouwen zijn onder meer:

  • douches
  • warmwaterleidingen
  • brandslanghaspels

Normen en wetgeving Legionella

  • De hbo-instelling heeft beleid voor legionella vastgelegd, waarin zij aangeeft hoe zij voldoet aan de zorgplicht op het gebied van legionellapreventie. Dat beleid is gebaseerd op een risicoanalyse legionella. Daarin wordt nagegaan na of en waar er potentiële risico’s op legionellagroei aanwezig zijn en wordt het risico geïnventariseerd op blootstelling van legionella door nevel.  Deze risicoanalyse maakt onderdeel uit van de RI&E en kan door een daartoe opgeleide medewerker uitgevoerd worden, of door een gespecialiseerd bedrijf. Leg de resultaten maatregelen van deze analyse en de benodigde vast. Borg dat de benodigde maatregelen worden uitgevoerd door taakverdeling en termijnen vast te leggen.

  • Drinkwaterwet
  • Drinkwaterbesluit
  • Arbobesluit hoofdstuk 4, afdeling 9: Biologische agentia

Maatregelen Legionella

Maatregelen voor preventie van legionella zijn onder meer:

  • Vermijd dode leidingen en andere niet doorstroomde installatiedelen.
  • Vermijd opwarming van leidingwater bijvoorbeeld door naastliggende warmwaterleiding of verwarmingsbuizen.
  • Zorg ervoor dat de temperatuur van warm water op voorraad 60°C of hoger is.
  • Brandslanghaspel:
    • alleen gebruiken bij brand;
    • verzegeling op de gesloten afsluiter controleren;
    • aanwezigheid controleren van sticker met de tekst: ‘Alleen gebruiken bij brand’ en
        ‘Haspel verzegeld in verband met legionellapreventie’.
  • Zorg voor regelmatige controles en spoelingen van waterleidingen en douches volgens een vastgelegd patroon (zie hieronder). Deze controles en spoelingen kunnen door eigen medewerkers worden uitgevoerd, zonder specifieke opleiding of persoonlijke beschermingsmiddelen tenzij anders aangegeven. Leg de betreffende data en bevindingen vast in een logboek:
    • Warmwaterleidingen, kouder dan 60 graden:
      • 1 minuut op een veilige manier doorspoelen als zo’n waterleiding een week niet is gebruikt, of  eerder als een risicoanalyse daartoe aanleiding geeft.
    • Douche of kappersdouche die niet wekelijks gebruikt wordt:
      • tappunt eens per week spoelen en vaker als een risicoanalyse daartoe aanleiding geeft. Er kan daarvoor ook een automatisch spoelsysteem worden gebruikt.
    • Buitenkraan of gevelkolom, bij gebruik van sproeitoestellen:
      • voor het gebruik kraan en slang gedurende twee minuten spoelen.
      • na gebruik slang uit laten lekken en zo mogelijk op een koele plek ophangen.
    • Oogdouche, die aangesloten is op leidingwater:
      • alleen gebruiken bij een calamiteit en:
        • zorg voor een terugstroombeveiliging in combinatie met het ‘doorstroomd aansluiten’ van de oogdouche
        • of de oogdouche vervangen door oogspoelflessen
        • of eens per week gedurende 1 minuut spoelen.
    • Nooddouche, die aangesloten is op leidingwater;
      • alleen gebruiken bij calamiteit, en:
        • wekelijks doorspoelen, gedurende 1 minuut
        • bij voorkeur zorgen voor een terugstroombeveiliging in combinatie met het ‘doorstroomd  aansluiten’ van de nooddouche
        • of zorgen dat na gebruik van een nooddouche, waar geen terugstroombeveiliging in combinatie met het ‘doorstroomd aansluiten’ aanwezig is, dat de betreffende persoon en omstanders worden geregistreerd en de  daaropvolgende periode worden gecontroleerd op het ontstaan van longproblemen. 

NB:  Veilig spoelen
Voorkom aerosolvorming bij spoelen en testen (door de douchekop te  ontkoppelen van het waternet en vervolgens het water door te laten stromen zonder dat verneveling optreedt (bv in een emmer of met de slang bij de afvoer). Als verneveling niet kan worden uitgesloten, dient minimaal een FFP3-masker te worden gedragen.

Meer informatie

Terug naar overzicht