Een hogeschool moet voldoende, naar sekse gescheiden sanitair hebben, zoals toiletten en ruimtes met wastafels.
Normen en wetgeving
- Er zijn voldoende toiletten aanwezig (één per twintig aanwezigen per sekse). Daarnaast zijn douches vereist daar waar medewerkers/studenten werkzaamheden verrichten waarbij ze vuil worden (werkplaatsen), hoge fysieke inspanning leveren (onder meer gymnastieklokalen) en/of aan hitte bloot staan. Voor rolstoelgebruikers is een aangepast toilet beschikbaar, toegankelijk voor rolstoelen.
- Alle sanitaire ruimtes worden voldoende schoongehouden (minimaal eenmaal per dag en zo nodig vaker) en verkeren in een goede bouwkundige staat. De afvalbakken worden dagelijks geleegd en gereinigd.
- In de toiletblokken zijn wastafels aanwezig met zeep en faciliteiten om de handen te drogen.
- Geurverspreiding vanuit toiletten naar elders in het gebouw wordt voorkomen.
- De toiletruimten worden op onderdruk gehouden t.o.v. de omliggende ruimten.
- De afvoercapaciteit van de toiletten bedraagt minimaal 50 m3 /uur afzuiging per toilet(pot)/urinoir.
- De lucht uit toiletten wordt beschouwd als retourlucht en wordt direct uit deze ruimten naar buiten afgevoerd.
- Vloeren en wanden (tot min. 70 cm hoogte) zijn zo uitgevoerd dat urine niet in het materiaal kan trekken.
- Alle warmwatervoorzieningen voldoen aan de eisen voor bescherming tegen legionellabacteriën.
- Bij nieuwbouw of verbouw worden de voorschriften in de publicatie ‘Rolstoeltoegankelijke toiletruimten & doucheruimten’ als minimale eis toegepast. Bij bestaande situaties gebeurt dit zoveel als redelijkerwijs van de hbo-instelling kan worden verwacht, waarbij in ieder geval moet worden voldaan aan de minimale wettelijk eisen (Bouwbesluit en artikel 4 Arbowet).
- Zie voor sanitaire voorzieningen bij sportaccommodaties bij het Praktijklokaal Sportaccommodaties in deze arbocatalogus.
Wet- en regelgeving
Terug naar overzicht