zoeken

Veelgestelde vragen

 

Is de Arbocatalogus bindend voor onze hogeschool?

De wettelijke afspraken en brancheafspraken op deze website zijn bindend voor alle hogescholen die vallen onder de cao voorhogescholen.
In de Arbocatalogus staan ook praktijkvoorbeelden. Deze kunt u raadplegen. Let wel: doet u het op een andere manier die net zo goed of nog beter is, blijf dat vooral ook doen. U moet dit wel goed kunnen uitleggen/aantonen bij een bezoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie.

naar boven 

Wat is het effect van toetsing van de Arbocatalogus?

Dat een Arbocatalogus met positief resultaat is getoetst door de Nederlandse Arbeidsinspectie betekent, dat het ministerie erkent dat met de in de Arbocatalogus genomen maatregelen voldaan wordt aan de eisen van de Arbowet. De Arbeidsinspectie zal deze Arbocatalogus vervolgens als vertrekpunt hanteren bij de inspecties voor de branche of sector, waarvoor de Arbocatalogus geldt.

naar boven 

Wat is het verschil tussen een Arbocatalogus en een Risico Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E)?

In de Arbocatalogus staan enerzijds een aantal wettelijke verplichtingen met betrekking tot arbeidsomstandigheden. Ook staan er afspraken in tussen werkgevers en werknemers over risico’s binnen de hogescholen. De Arbeidsinspectie controleert de instellingen aan de hand van de Arbocatalogus. Tot slot biedt de Arbocatalogus een aantal praktische oplossingen voor veelvoorkomende risico’s binnen de sector. Het gebruik maken van deze oplossingen is niet verplicht, als u betere alternatieven heeft.
Met een RI&E inventariseert u de belangrijkste risico’s binnen uw hogeschool en geeft u aan welke maatregelen u hiervoor gaat nemen. Iedere hogeschool is verplicht een RI&E op te stellen. 

naar boven 

Moeten instellingen een RI&E maken?

Alle instellingen moeten een RIE en een plan van aanpak maken om knelpunten in het arbobeleid aan te pakken. De uitvoering van het plan van aanpak ligt niet alleen in handen van de werkgever, maar ook bij de werknemers of de ondernemingsraad/ medezeggenschapsraad. Bij ingrijpende verandering binnen de hogeschool (bijvoorbeeld een verbouwing) moeten de risico's opnieuw onder de loep worden genomen.

naar boven 

Wanneer voldoet de RI&E binnen de hogeschool aan de richtlijnen volgens de wet?

Nadat risico’s binnen de hogeschool zijn geïnventariseerd en geëvalueerd wordt het plan van aanpak gemaakt. De wet verplicht in de meeste gevallen dat de RI&E door een gecertificeerde arbodienst/ deskundige getoetst wordt. Dit gebeurt door middel van een bedrijfsbezoek. Tijdens dit bezoek zal gekeken worden of de situatie binnen de instelling goed is weergegeven, of alle risico’s binnen de instelling worden behandeld en of de laatste normen en richtlijnen zijn gebruikt. Ook adviseert deze deskundige bij het plan van aanpak. Indien er geen contract is met een arbodienst, kan gebruik gemaakt worden van gecertificeerde arbodiensten.

naar boven 

Wat is de rol van de medezeggenschap bij de RI&E en het plan van aanpak?

De MR/OR heeft op het gebied van arbeidsomstandigheden instemmingsrecht. Dit is vastgelegd in Artikel 10.20 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Ten aanzien van de RI&E houdt dit in dat de (personeelsgeleding van de) MR of een OR binnen een hbo-instelling tweemaal om instemming gevraagd moet worden:

Vooraf
De MR of OR heeft instemmingsrecht bij het voorstel van de hogeschool op welke manier de RI&E zal worden uitgevoerd. Daarin komen onder meer de volgende aspecten aan de orde:

  • Zelf doen of uitbesteden?
  • Met welk RI&E instrument? (bijvoorbeeld de Branche-RI&E hbo)
  • Welk tijdspad? Hoe vaak een RI&E?
  • Wie vult de verschillende RI&E-vragenlijsten in?
  • Hoe worden de medewerkers en de medezeggenschap betrokken bij het invullen van de RI&E-vragenlijsten?
  • Hoe en door wie gaat de RI&E getoetst worden?

Achteraf
De MR of OR heeft instemmingsrecht bij het plan van aanpak in het uiteindelijke RI&E-rapport.

naar boven 

Is onze instelling verplicht een preventiemedewerker aan te stellen?

Elke werkgever met meer dan 25 medewerkers is verplicht ten minste één preventiemedewerker aan te stellen. De preventiemedewerker binnen hogescholen heeft drie wettelijke taken:

  • medewerking verlenen aan de RI&E (de wettelijk voorgeschreven risico-inventarisatie en -evaluatie)
  • het adviseren aan en nauw samenwerken met:
    • de medezeggenschap
    • de bedrijfsarts en/of andere kerndeskundigen en -indien gecontracteerd- de arbodienst
  • het uitvoeren van arbomaatregelen of daaraan meewerken.

Ook kan de preventiemedewerker voorlichting geven aan zijn collega’s over arbeidsomstandigheden (veilig en gezond werken). En hij kan de inspecteur van de Nederlandse Arbeidsinspectie assisteren als hij eventuele arbeidsongevallen onderzoekt.

naar boven 

Hoe stel ik prioriteiten in de aanpak van de risico's?

Vaak kunnen niet alle risico’s uit de RI&E direct worden opgelost. De instelling moet in het plan van aanpak aangeven welke maatregelen eerst moeten worden uitgevoerd en van welke maatregelen het meeste effect kan worden verwacht. Het vaststellen van de prioriteiten dient in overleg met de werknemers (vertegenwoordiging) van de hogeschool te worden gedaan. Uit een plan van aanpak moet in elk geval duidelijk naar voren komen:

  • Welke maatregelen worden naar aanleiding van de geconstateerde risico’s getroffen. (met onderscheid naar vestiging, afdeling, werkplek en/of functie). 
  • Op welke wijze worden de maatregelen uitgevoerd. 
  • Welke middelen worden hiertoe ter beschikking gesteld. 
  • Wie is verantwoordelijk is voor de uitvoering 
  • Op welke wijze en op welk tijdstip wordt gerapporteerd en geëvalueerd over de voortgang. 
  • Het tijdstip waarop de maatregelen moeten zijn gerealiseerd (einddatum).

naar boven 

Moet een bedrijf een bedrijfshulpverlener (BHV’er) aanstellen?

In bedrijven met meer dan 15 werknemers moet de werkgever zorgen voor een bedrijfshulpverlening. Bedrijfshulpverlening is erop gericht de directe nadelige gevolgen van ongevallen of brand zoveel mogelijk te voorkomen. De werkgever moet daartoe één of meer werknemers aanwijzen die eerste hulp bij ongelukken kunnen verlenen, eenvoudige brandbestrijding kunnen uitvoeren en ongevallen kunnen voorkomen en beperken. De bedrijfshulpverleners moeten op de hoogte zijn hoe de mensen snel en goed uit het bedrijf kunnen worden geëvacueerd. Ook moeten zij weten hoe en wanneer de brandweer, ambulance en politie ingeschakeld moeten worden.

naar boven 

Wat houdt de arbeidshygiënische strategie in?

In de Arbowet en het Arbobesluit wordt veelvuldig de arbeidshygiënische strategie aangehaald. Bedrijven moeten de veiligheid en gezondheid van werknemers op alle Arbo-onderwerpen beschermen volgens deze arbeidshygiënische strategie. Het betreft een hiërarchisch stelsel van beheersmaatregelen voor risico’s. 

Richtlijnen
Bij risico’s in het werk verlangt de Arbowet en het Arbeidsomstandighedenbesluit dat de maatregelen genomen worden in de volgende volgorde:

  1. Bronmaatregelen: werkgevers moeten eerst gevaren voorkomen of de oorzaak van het probleem wegnemen, bijvoorbeeld door een schadelijke stof te vervangen door een veiliger alternatief.
  2. Collectieve maatregelen: als bronmaatregelen niet mogelijk zijn, moet het bedrijf collectieve maatregelen nemen om de risico’s te verminderen, bijvoorbeeld het plaatsen van een afscherming of een afzuiginstallatie.
  3. Individuele maatregelen: als collectieve maatregelen niet kunnen of ook (nog) geen afdoende oplossing bieden, moet het bedrijf individuele maatregelen nemen. Bijvoorbeeld het werk zo organiseren dat werknemers minder risico lopen (taakroulatie). 
  4. Als laatste mogelijkheid kan het bedrijf gratis persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken. Dit is in principe een tijdelijke noodoplossing.

De maatregelen op de verschillende niveaus hebben nadrukkelijk een hiërarchische volgorde. Het bedrijf moet dus eerst de mogelijkheden op hoger niveau onderzoeken voordat besloten wordt tot maatregelen uit een lager niveau. Het is alleen toegestaan een niveau te verlagen als daar goede redenen voor zijn (technische, uitvoerende en economische redenen). Dit is het redelijkerwijs-principe. Die afweging geldt voor elk niveau opnieuw. Al bij de inrichting van werkplekken en functies moet het bedrijf gevaren proberen te vermijden volgens deze arbeidshygiënische strategie.


Voorbeeld
Arbeidshygiënische strategie met betrekking tot geluid

Bij lawaai op de werkplek moet het probleem aangepakt worden volgens de arbeidshygiënische strategie. Dat betekent voor lawaai de volgende volgorde:

    1. Maatregelen aan de bron: koop machines die minder lawaai maken of maak constructieve aanpassingen aan machines.
      Indien het hiervoor genoemde redelijkerwijs niet mogelijk is:
    2. Collectieve maatregelen: maak omkastingen om de machine of om machinedelen, plaats dempers op ventilatoren en afzuigers, maak cabines rond het complete proces.
      Indien het hiervoor genoemde redelijkerwijs niet mogelijk is:
    3. Individuele maatregelen: plaats geluidswanden, schermen en ruimte-akoestische aanpassingen zoals plafondsystemen en baffles (verticaal hangende geluidabsorberende elementen) of plaats cabines waarin de medewerkers hun werk kunnen doen.
      Indien het hiervoor genoemde redelijkerwijs niet mogelijk is:
    4. Zorg voor gehoorbescherming bij de medewerkers.

naar boven 

Wat wordt bedoeld met de stand der techniek?

Met de 'stand der techniek' worden nieuwe technologische ontwikkelingen en inzichten bedoeld die dusdanig praktische toepasbaar en economisch haalbaar zijn, dat een grote meerderheid van de hogescholen hiervan aantoonbaar gebruik kan maken. Bijvoorbeeld ontwikkelingen op het gebied van klimaatbeheersing.

naar boven 

Wat zijn grenswaarden?

Er zijn binnen de Arbowetgeving een aantal concrete grenswaarden vastgelegd. Voor geluid geldt bijvoorbeeld een grenswaarde van 80 decibel als maximale dagdosis. Ook voor een aantal gevaarlijke stoffen zoals asbest zijn grenswaarden vastgelegd. Als er geen wettelijke grenswaarde is, moet binnen de instelling een grenswaarde vastgesteld worden zodanig dat er geen schade aan de gezondheid van medewerkers kan ontstaan. Voor biologische agentia is bijvoorbeeld nog geen grenswaarde vastgelegd. Als algemene stelregel geldt: een werkgever moet altijd meten hoeveel risico een medewerker loopt en of genomen maatregelen voldoende bescherming bieden.

naar boven 

Mijn onderwerp staat niet in de Arbocatalogus hbo, wat moet ik doen?

De Arbocatalogus hbo behandelt de risico’s die prioriteit hebben gekregen in de sector. We streven ernaar om steeds meer onderwerpen onder te brengen in de Arbocatalogus. U heeft hierbij de mogelijkheid om ons vragen te stellen. Tot dan bepaalt u zelf hoe u invulling geeft aan uw arbobeleid op dit onderwerp. U kunt daarvoor gebruik maken van Arbocatalogi van vergelijkbare sectoren die mogelijk uw onderwerp wel uitgewerkt hebben.

naar boven