zoeken

Praktijkruimte radiologie

Aandachtspunten rondom veiligheid en gezondheid in de praktijkruimte radiologie


Machineveiligheid

Ioniserende straling

In praktijklokalen radiologie kunnen medewerkers en studenten op meerdere manieren in aanraking komen met ioniserende straling. Dat kan via:

  • CT-scanners
  • Buckykamers (röntgenapparaten)
  • Radioactieve bronnen die gebruikt worden voor onderwijsdoeleinden

Ioniserende straling is zeer energierijke straling die atomen kan veranderen, ook in het menselijk lichaam.

In de wetgeving rond ioniserende straling staan twee taken voor de werkgever centraal:

  • Elke werkgever moet een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige in dienst hebben of inhuren die hij kan raadplegen, die hem adviseert en die toezicht houdt op de handelingen.
  • De werkgever laat een RI&E Stralingstoepassingen opstellen, door of onder toezicht van deze stralingsbeschermingsdeskundige.

NB. In deze tekst wordt met ‘werknemers’ zowel medewerkers als studenten bedoeld. Voor jeugdigen (studenten en stagiairs onder de 18 jaar) zijn aanvullende dosislimieten opgenomen.
De term ‘werkgever’ verwijst ook naar de benaming ‘ondernemer’ waar het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming over spreekt.

Gezien de risico’s van ioniserende straling is het belangrijk de drie grondbeginselen aan te houden die in het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) zijn vastgelegd:

  1. Rechtvaardiging: Rechtvaardiging betekent dat de toepassing in algemene zin gerechtvaardigd is én dat voor iedere handeling de voordelen zullen moeten opwegen tegen de nadelen.
  2. ALARA: Wanneer bepaald is dat een blootstelling gerechtvaardigd is, dan moet de dosis geoptimaliseerd worden. ALARA staat voor As Low As Reasonably Achievable.
  3. Dosislimieten: Als laatste vangnet zijn er de dosislimieten, ook al is een toepassing gerechtvaardigd, en zijn er ALARA-maatregelen getroffen, de dosis mag de dosislimiet niet overschrijden.

Deze punten worden hieronder nader uitgewerkt.

Aanpak

Rechtvaardiging
Ioniserende straling mag alleen worden ingezet als er geen andere middelen beschikbaar zijn en als de voordelen van het gebruik voor mens en maatschappij groter zijn dan de nadelen. Wanneer een leerdoel is behaald mogen er geen extra opnamen worden gemaakt. Wanneer aan die voorwaarden is voldaan spreken we van een ‘gerechtvaardigde toepassing’.

ALARA
Een optimale dosis kan op veel vlakken en door heel veel maatregelen worden bereikt. De drie basisbegrippen van ALARA zijn:

  • Tijd: zo kort mogelijk
  • Afstand: zo groot mogelijk
  • Afscherming: ga achter een afscherming (muur) staan of gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen indien vaste afscherming niet mogelijk is.

De Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming (TMS) stelt veiligheidsvoorschriften en protocollen op waarin per situatie bovenstaande ALARA-maatregelen worden uitgewerkt. Hieronder een aantal aanvullende maatregelen die dosis kunnen verkleinen of voorkomen.

Bronaanpak

  • het werken met de laagst mogelijke activiteit of aantal opnamen
  • aanschaf van apparaten die voldoen aan de wettelijke eisen en die de laagst mogelijke stralingsblootstelling geven aan medewerkers en studenten

Technische maatregelen

  • loden bescherming in muren van Bucky- of CT-ruimte en een raam waarin lood is verwerkt waarachter medewerkers en studenten buiten de ruimte zich bevinden als de apparaten ingeschakeld worden
  • radioactieve bronnen worden in een bronhouder opgeslagen in een loden kluis die is afgesloten met een loden deur. De bronhouder is een loden houder, bijvoorbeeld een loden cilinder om een penbron. Bij een grote bron zoals een plaatbron, kan een loodkasteel, met loden ‘bakstenen’, de bron afschermen. Zo’n loodkasteel moet in de bergplaats staan. Die bergplaats dient aan de wettelijke eisen te voldoen.
    Zo moet de opslag zodanig zijn dat het dosistempo op 10 cm afstand van het buitenoppervlak van de kluis bij opslag niet meer dan 1 μSv per uur bedraagt.
    (Zie ook de regelgeving onder het kopje ‘Waarschuwingssignalering’).
  • Een röntgenkamer is voorzien van waarschuwingssymbolen. Door middel van signalering (bv. met een beletlamp boven de deur) wordt voorkomen dat iemand tijdens het gebruik de ruimte binnenkomt en daardoor in aanraking komt met straling. Op de bedrijfsplattegrond is aangegeven waar de röntgenkamer zich bevindt.

Organisatorische maatregelen

  • een regeling rond sleutelbeheer van de kasten/kluizen waarin de radioactieve bronnen zich bevinden
  • het beperken van de blootstellingstijd aan radioactieve bronnen
  • indien van toepassing: afbakening van ‘bewaakte’ of ‘gecontroleerde’ zones
  • het vergroten van de afstand tussen werknemer en de stralingsbron, door het verbod om in een Bucky- of CT-ruimte te zijn op momenten dat de apparaten zijn ingeschakeld. En door deze ruimten op die momenten af te sluiten.
  • een logboek waarin wordt bijgehouden wie wanneer hoelang met welke bron heeft gewerkt

Persoonlijke beschermingsmiddelen

  • het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), zoals loodschorten of een schildklierkraag en loodhandschoenen, wordt door de Stralingsbeschermingsdeskundige (SBD) in de Risico-inventarisatie en -evaluatie Stralingstoepassingen (RI&E) geïnventariseerd en geëvalueerd
  • indien nodig zullen PBM worden verstrekt

Dosislimieten
Ook al is een toepassing gerechtvaardigd, en zijn er ALARA-maatregelen getroffen, de wetgeving hanteert limieten die niet overschreden mogen worden. Er zijn verschillende limieten voor diverse betrokkenen. Voor werknemers die tijdens het werk met ioniserende straling te maken hebben, geldt een maximale effectieve dosis van 20 millisievert (mSv) per jaar. Voor jeugdige studenten en stagiaires gelden strengere dosislimieten.

Zie voor een compleet overzicht de tabel hieronder.

Dosislimiet

Niet blootgestelde Werknemer

Blootgestelde werknemers

Zwangere werknemer (1)

Studenten / stagiairs (16-17jr) (3)

Effectieve dosis (mSv/j)

1

20

 

6

Equivalente dosis (mSv/j)

 

 

1 (2)

 

ooglens

15

20

 

15

huid

50

500

 

150

extremiteiten

50

500

 

150

 Tabel 1: Dosislimieten

 

 

 

 

(1) vanaf het moment van melding van de zwangerschap aan de ondernemer tot aan het einde van de zwangerschap

(2) equivalente dosis voor het ongeboren kind

(3) De ondernemer zorgt ervoor dat werknemers die jonger zijn dan 18 jaar geen arbeid krijgen toegewezen of verrichten waarbij de mogelijkheid bestaat dat de dosislimieten voor ‘niet blootgestelde werknemers’ worden overschreden, tenzij zij uit hoofde van hun opleiding verplicht zijn een handeling te verrichten. Dan gelden deze limieten.

 

De praktijk in hbo-instellingen laat overigens zien dat de kans klein is dat bij een zorgvuldige werkwijze de blootstelling boven 1 mSv per jaar uitkomt. Het is van belang dat de risico’s van straling bij zwangerschap tussen medewerkster en leidinggevende (of TMS) worden besproken. Zo nodig kan de bedrijfsarts adviseren.

Risico-inventarisatie en -evaluatie Stralingstoepassingen

Waar met ioniserende straling wordt gewerkt, moeten voorafgaand aan de handelingen, de mogelijke risico’s in kaart worden gebracht met een Risico-inventarisatie en -evaluatie Stralingstoepassingen (RI&E). Deze RI&E wordt uitgevoerd door of onder toezicht van een stralingsbeschermingsdeskundige en bestaat samengevat uit de volgende onderdelen:

  1. Risico-identificatie: Beschrijving van de bronnen, handelingen en ’voorziene onbedoelde omstandigheden’
  2. Bepaling van de blootstelling: de berekening van de reguliere en potentiële dosis
  3. Risico-evaluatie: toetsing aan de dosislimieten en het wegen van de risico’s

Uit de RI&E blijkt welke dosis een werknemer in een bepaalde ruimte kan oplopen. Afhankelijk van die dosis worden de ruimten in zones ingedeeld. Hierbij gelden de volgende criteria, uitgedrukt in millisievert (mSv).

  • minder dan 1 mSv per jaar   > ruimte wordt niet ingedeeld als radiologische zone
  • tussen 1 en 6 mSv per jaar   > bewaakte zone
  • meer dan 6 mSv per jaar      > gecontroleerde zone

Uit de RI&E blijkt tevens of er blootgestelde werknemers zijn, en wanneer dat zo is of ze zijn ingedeeld als werknemers categorie A of B.

  • Wanneer werknemers een hogere dosis kunnen ontvangen dan één van de limieten in tabel 1 in de kolom met het kopje: Niet blootgestelde Werknemer, dan zijn het ‘blootgestelde werknemers’.
  • Een blootgestelde werknemer die onder 3/10e blijft van de in tabel 1 genoemde waarden in de kolom met het kopje: Blootgestelde Werknemer, wordt ingedeeld als blootgestelde werknemer categorie B.
  • Een blootgestelde werknemer die 3/10e of meer van de genoemde waarden van kolom 3 tabel 1 ontvangt, wordt ingedeeld als blootgestelde werknemer categorie A.

Voor blootgestelde werknemers categorie B is persoonsdosimetrie (een TLD-badge) verplicht, voor blootgestelde werknemers categorie A is persoonsdosimetrie en medisch toezicht door een stralingsarts verplicht.

Zie verder de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018.

Registratie of Vergunningsplicht

Instellingen die gebruik gaan maken van ioniserende straling moeten een kennisgeving doen, zorgen voor registratie of een vergunning aanvragen. Het stappenplan registratie of vergunning van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) maakt duidelijk wat voor uw bedrijf van toepassing is. Voor de toestellen die in praktijklokalen radiologie in het hbo worden gebruikt is doorgaans het vergunningstraject aan de orde. De beoordelingstermijn van de ANVS is 8 weken, daarna is er een bezwaartermijn van 6 weken, dit betekent dat ruim voordat een toestel of bron aangeschaft en geplaatst wordt de aanvraag in gang gezet moet worden.

Administratieve verplichtingen

Een werkgever is ervoor verantwoordelijk dat er een administratief zorgsysteem voor stralingsbescherming wordt opgezet en in stand wordt gehouden. Dit wordt het KEW-dossier genoemd. Dat is erop gericht de risico’s van ioniserende straling te beheersen. Het bijhouden van een adequate administratie betreffende alle bronnen is een taak van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS). De vorm van dit systeem ligt niet vast, wel is gesteld dat alle gegevens zoveel als mogelijk in één beheersysteem worden opgeslagen.

Het beheersysteem bevat in ieder geval de volgende documenten:

  • de verleende vergunning of registratie en de aanvraagdocumenten
  • organogram van de stralingsbeschermingsorganisatie
  • uittreksel Kamer van Koophandel
  • schriftelijke vastlegging van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de stralingsbeschermingsdeskundige en de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming
  • kopie diploma’s van de TMS en nascholingscertificaten
  • register van bronnen en toestellen
  • plattegrond met plaats van de toepassingen
  • eventuele broncertificaten
  • jaarlijkse controle van bronnen en röntgentoestellen, inclusief de veiligheidsvoorzieningen
  • risico-inventarisatie en -evaluatie
  • milieu-analyse (dosis aan de terreingrens)
  • indeling van ruimten
  • indeling van blootgestelde werknemers
  • dosisuitslagen
  • schriftelijke voorlichting en werkinstructies (ook voor werknemers die in de buurt van stralingsbronnen werken zoals onderhoudsmonteurs)
  • jaarverslagen

Stralingsincidenten

Stralingsincidenten moeten worden gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Gaat het om een spoedeisend incident? Bel dan direct met 088 - 4890 500. Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar, ook in het weekend. Minder spoedeisende incidenten kunnen digitaal gemeld in het ANVS-loket, op de website van de ANVS. Indien sprake is of kan zijn van een overmatige blootstelling meldt de ondernemer dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 24 uur, bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Waarschuwingssignalering

Het is wettelijk vastgelegd welke waarschuwingssymbolen en teksten bij bronnen en bij ‘bewaakte’ of ‘gecontroleerde’ zones worden toegepast.

Er worden 3 stickers op de toegangsdeuren van een bewaakte of gecontroleerde zone aangebracht. Figuur 1 is altijd van toepassing, daaronder wordt een onderschrift uit figuur 2 geplaatst, afhankelijk of het röntgenstraling of radioactieve stoffen betreft en daaronder komt een onderschrift uit figuur 3, welke aangeeft of het een bewaakte of gecontroleerde zonde betreft.

figuur 1: klaverblad figuur 2: type bron figuur 3: zonering

 

Op röntgentoestellen wordt het klaverblad aangebracht en het onderschrift ‘röntgenstraling’.

Op de buitenzijde van de bergplaats van radioactieve bronnen wordt het klaverblad aangebracht en het onderschrift ‘radioactieve stoffen’. Ook op de radioactieve stoffen dient een signalering aanwezig te zijn, tenzij de bron daar te klein voor is.

Jaarverslag

De werkgever laat jaarlijks door de TMS in een schriftelijk rapport verantwoording afleggen: ‘Stralingshygiënisch jaarverslag’. In dit rapport moet alles staan wat zich dat jaar op het gebied van ioniserende straling heeft voorgedaan. In het rapport staat in elk geval vermeld:

  • de namen van de stralingsbeschermingsdeskundige en de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming
  • een overzicht van de aanwezige stralingsbronnen
  • bij radioactieve stoffen: aantal, nuclide, activiteit op 1 jan en op 31 dec, en maximaal aanwezig aantal RE op enig moment
  • bij röntgentoestellen: merk, type en maximale generatorspanning
  • de plaats waar de toestellen zijn opgeslagen of worden gebruikt
  • alle gebeurtenissen met bronnen of het toestel die niet onder het normale gebruik vallen, inclusief incidenten
  • een overzicht van de uitgevoerde controles en onderhoud van de bronnen of toestellen, met het resultaat daarvan
  • afgevoerde of aangeschafte bronnen of röntgentoestellen

Het jaarverslag is op de eerste plaats bestemd voor intern gebruik. Bij een inspectie zal de inspecteur ook het jaarverslag willen inzien. Het jaarverslag kan ook deel uitmaken van de jaarlijkse update van de verdiepende RI&E ioniserende straling (stralingsonderzoek).

Stralingsbeschermingsorganisatie

Ondernemer
De werkgever is altijd eindverantwoordelijk voor de stralingsbescherming in de organisatie. De ondernemer is echter zelf vaak niet opgeleid in de stralingsbescherming. De ondernemer wijst daarom iemand binnen de organisatie aan als Toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS). Daarnaast dient de ondernemer een stralingsbeschermingsdeskundige (SBD) toezicht te laten uitvoeren dan wel deze te raadplegen (art 7.1 Bbs). Dit kan een werknemer uit de eigen organisatie zijn of de SBD kan worden ingehuurd.

Voor de TMS en de SBD zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en middelen schriftelijk door de werkgever vastgelegd. Hetzelfde geldt voor de specifieke bevoegdheden van de organisatie (zie onder meer art. 7.1 en 7.2 Bbs).

Stralingsbeschermingsdeskundige
De stralingsbeschermingsdeskundige moet minimaal het niveau ‘Coördinerend deskundige’ (niveau 3) hebben behaald en geregistreerd zijn bij de ANVS. Elke 5 jaar dient herregistratie plaats te vinden. Een geregistreerd SBD is opgenomen in een openbaar register wat wordt beheerd door de ANVS.

Opsomming van een aantal taken van de stralingsbeschermingsdeskundige (de complete opsomming staat in art. 7.1 van het Bbs):

  • Het opstellen van een Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) vóórdat met de handelingen wordt aangevangen (Risicoanalyse).
  • Adviseren over de indeling van ruimten in zones en werknemers in categorieën.
  • Adviseren over maatregelen en beveiligingsmiddelen passend bij de zones, zo nodig ook voor schoonmaakwerkzaamheden.
  • Toestemming geven voor ingebruikname van een stralingsbron, na een acceptatietest.
  • Jaarlijkse controle van de doeltreffendheid en het juiste gebruik van beveiligingsmiddelen.
  • Jaarlijkse controle van de goede werking en het juiste gebruik van bronnen en meetinstrumenten.

Toezichthoudend medewerker stralingsbescherming
De door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming te verrichten taken worden uitsluitend uitgevoerd door een persoon die beschikt over een diploma op het gebied van stralingsbescherming, specifiek voor de toepassing die in het bedrijf voorkomt. Binnen het hbo betreft dit doorgaans radiologiedocenten die een stralingsbeschermingsopleiding moeten hebben afgerond:

  • TMS-MT: Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming - Medische Toepassingen
  • Een eerder behaald diploma met nascholing voor TMS (medisch)

De TMS is bij onveilige situaties bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, totdat de onveilige situatie is weggenomen.

Opsomming van een aantal Wettelijke taken van de TMS (de complete opsomming staat in art. 7.2 van het Bbs):

  • Ervoor zorgen dat de handelingen worden uitgevoerd volgens de toepasselijke vastgestelde procedures en ter plekke geldende regelgeving.
  • Periodiek en rechtstreeks aan de ondernemer en het lokale management rapporteren over de uitvoering van de taken en de rapportage schriftelijk vastleggen.
  • Bijhouden van een adequate administratie.
  • Uitvoeren van periodieke beoordelingen van de toestand van de van belang zijnde veiligheids- en waarschuwingssystemen.
  • Toezien op de uitvoering van het individuele monitoringsprogramma.
  • Toezien op de uitvoering van het gezondheidskundig toezicht.
  • Voorlichten van werknemers over de toepasselijke vastgestelde procedures en ter plekke geldende regelgeving.
  • Opstellen van werkplannen en geven van advies en commentaar bij werkplannen.
  • Verzorgen van opleiding en bij- en nascholing van werknemers.
  • Samenwerken met en onderhouden van contact met de stralingsbeschermingsdeskundige.

Handige tools en sites

Wetgeving

Terug naar overzicht