zoeken

Praktijkruimte sport en beweging

Aandachtspunten rondom veiligheid en gezondheid in de praktijkruimte sport en beweging

Inhoud

Inrichtingseisen

Normen en wetgeving

De inrichting van de sportaccommodatie voldoet aan het Handboek Huisvesting bewegingsonderwijs (KVLO 2019). Enkele belangrijke onderdelen daaruit:

Gymlokaal/sportzaal

  • geen uitstekende voorwerpen, zoals deurklinken
  • het onderste deel van de wanden is glad afgewerkt
  • de beglazing is van veiligheidsglas (ook in deuren, kasten enzovoort)
  • verlichtingsarmaturen en klokken en dergelijke zijn terugliggend in de wand geplaatst of afgeschermd
  • hoeken en stijlen etc. moeten afgerond of afgeschuind zijn
  • de vloer is veerkrachtig, stroef en niet beschadigd (geen oneffenheden/splinters)
  • in de sportzaal is door de keuze van absorberende inrichtingsmaterialen nagalm tegengegaan
  • het achtergrondgeluidsniveau bedraagt niet meer dan 40 dB(A)
  • met het oog op rolstoelgebruikers worden bij nieuwbouw of verbouw de voorschriften in de publicatie ‘Sportgebouwen’ als minimale eis toegepast. Bij bestaande situaties gebeurt dit zoveel als redelijkerwijs van de hbo-instelling kan worden verwacht, waarbij in ieder geval moet worden voldaan aan de minimale wettelijk eisen (Bouwbesluit en artikel 4 Arbowet).

De vereiste maximale nagalmtijd is aangegeven in de volgende tabel: 

Tabel: Maximale nagalmtijd in een gymlokaal of sportzaal

Soort ruimte Maatvoering (m) Hoogte (m) Inhoud (m3) Nagalm-tijd
         
Gymnastieklokaal tot 14 x 22 m   5,5 m ≤ 1.700 m3 ≤ 1,0
Sportzaal 13 x 22 m   7 m   1.701 -   2.100 m3 ≤ 1,1
1/3 sporthal/sportzaal 14 x 24 m   7 m   2.101 -   2.400 m3 ≤ 1,2
Sportzaal 16 x 28 m   7 m   2.401 -   3.200 m3 ≤ 1,3
Sportzaal 22 x 28 m   7 m   3.201 -   4.350 m3 ≤ 1,4
2/3 sporthal 32 x 28 m   7 m   4.351 -   6.300 m3 ≤ 1,5
Sporthal 24 x 44 m   7 m   6.301 -   7.400 m3 ≤ 1,6
Sporthal 28 x 48 m   7 m   7.401 -   9.500 m3 ≤ 1,7
Sporthal 28 x 48 m   9 m   9.501 - 10.400 m3 ≤ 1,9
Sporthal 28 x 88 m   7 m 10.401 - 17.250 m3 ≤ 2,0
Sporthal 35 x 80 m 10 m 17.251 - 29.000 m3 ≤ 2,3

 

Kleedlokalen en douches
De aanwezige kleedlokalen en douches voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • de vloer is stroef en niet beschadigd
    • er zijn douches, toiletten en wastafels aanwezig, gescheiden naar sekse, afgestemd op het aantal studenten
    • docenten hebben een eigen ruimte voor omkleden en douchen
    • het sanitair is schoon
    • de watertemperatuur is maximaal 38°C en studenten kunnen dit maximum niet aanpassen
    • verlichting en andere elektrische voorzieningen zijn geschikt voor natte ruimten
    • een kleedruimte is uitgerust met mechanische ventilatie met een ventilatievoud (het aantal keren per uur dat de gehele luchtinhoud van het lokaal wordt ververst) van ten minste zes
    • een doucheruimte is uitgerust met mechanische ventilatie met een ventilatievoud van ten minste tien.

Wet- en regelgeving

 

Machineveiligheid

Gymnastiektoestellen en hulpmiddelen

Om ongevallen te voorkomen dienen de gymnastiektoestellen en hulpmiddelen veilig te zijn.

Maatregelen

  • De toestellen in een gymlokaal worden ten minste eenmaal per jaar geïnspecteerd door bijvoorbeeld de vaste leverancier van de toestellen of een deskundige keuringsinstelling.
  • De docent inspecteert de materialen en toestellen voor gebruik visueel op gebreken. Bij de constatering van een gebrek gebruikt hij het betreffende materiaal niet. De docent gebruikt bij de inspectie van toestellen de volgende inspectiepunten.
  • De materialen en toestellen worden alleen gebruikt voor datgene waarvoor ze bedoeld zijn.
  • Er is ruimte om alle toestellen en voorwerpen op te bergen, inclusief manoeuvreerruimte.
  • Verrijdbare toestellen als paard, brug en kast zijn vergrendeld opgeslagen (niet op wielen), zodat ze niet ongewenst in beweging kunnen komen.
  • Materialen en toestellen kunnen niet omvallen, inzakken enzovoort.
  • Materialen worden bij het ophangen of tegen de wand zetten zodanig vastgezet dat ze niet kunnen (om)vallen als iemand ertegenaan stoot.
  • Toestellen en materialen moeten goed bereikbaar zijn: geen moeilijke houdingen, zware gewichten boven heuphoogte, klimpartijen op of over materialen en dergelijke om bij de spullen te kunnen komen.

Gevaarlijke stoffen

Bij gevaarlijke stoffen in deze praktijkruimte gaat het met name om zwembadchemicaliën.

Meer informatie over wetgeving en benodigde maatregelen is te vinden bij het algemene thema Gevaarlijke stoffen.

Zwembadchemicaliën

Het water van zwembaden wordt gedesinfecteerd met chemicaliën. Er zijn verschillende desinfectiemethoden. Een veel gebruikte manier is chloordesinfectie met natriumhypochloriet (chloorbleekloog). Daarbij moet ook nog een zuur (zwavelzuur, soms zoutzuur of koolzuur) worden toegevoegd. Deze chemicaliën zijn gevaarlijk en kunnen bij onzorgvuldig gebruik een risico vormen voor de medewerker en de zwemmers.

Vermindering of aanpassing van de chemicaliën
Een mogelijkheid om dit risico te beperken is vermindering of aanpassing van de chemicaliën. Vanuit de wetgeving worden onder- en bovengrenzen voorgeschreven aan de hoeveelheid chloor in badwater. Toch zijn er mogelijkheden om de hoeveelheid chloor te beperken:

  • Integratie van chloordesinfectie met andere alternatieve desinfectiemethoden, zoals UV-licht, ozon, koper-zilverionisatie. Voorbehandeling van het badwater zorgt voor een vermindering van het chloorverbruik.
  • Chloordesinfectie middels zoutelektrolyse. Dit maakt het gebruik van natriumhypolchloriet en zwavelzuur (of andere zuren) overbodig.
  • Consequent douchen vóór het zwemmen van de zwemmers. Dit vermindert de belasting van het badwater met lichaamsvuil. Omdat chloor een bijzonder reactieve stof is, zal schoner badwater ook leiden tot een lager chloorverbruik. Als organisatie kan een minimumdouchetijd worden opgegeven.

NB. Integratie van chloordesinfectie met een alternatieve desinfectiemethode vraagt om een aanpassing van de waterbehandeling. Dit is een omvangrijke investering. En het kan weer andere arborisico’s introduceren. Want zoutelektrolyse leidt tot productie van het brandbare waterstofgas, wat met lucht een explosief mengsel kan vormen.

Veiligheidsinformatie gevaarlijke stoffen
Opslagtanks, voorraadvaten, leidingen moeten van etiketten worden voorzien of worden gemarkeerd. Medewerkers worden zo geïnformeerd over de risico’s en de beheersmaatregelen. Markering van leidingen voorkomt ongelukken bij onderhoudswerkzaamheden.

Zorg verder voor werkplekinstructiekaarten; op maat gemaakte voorlichting waarbij de veiligheidsinformatiebladen van de aanwezige stoffen zijn vertaald in gerichte werkinstructies om de veiligheid van de medewerkers te waarborgen

NB. De (etiketterings)regels zijn complex. Opstellen van etiketten en werkplekinstructiekaarten is werk voor specialisten. Verder vraagt het begrijpen van etiketten en het volgen van de werkplekinstructiekaarten om training en voorlichting van medewerkers.

Persoonlijke bescherming bij zwembadchemicaliën
Het water van revalidatiebaden wordt gedesinfecteerd met  chemicaliën. Er zijn verschillende desinfectiemethoden. Een veel gebruikte manier is chloordesinfectie met natriumhypochloriet  (chloorbleekloog). Daarbij moet ook nog een zuur (zwavelzuur soms zoutzuur of koolzuur) worden toegevoegd.
Bij het handmatig verwerken van zwembadchemicaliën moet men goede beschermingsmaatregelen treffen. Voor het werken met natriumhypochloriet (chloorbleekloog) en zuur moet men gebruikmaken van:

Huid

Handschoenen (pvc) en beschermend schort

Ogen

Gelaatscherm

Luchtwegen

Adembescherming combinatiefiltertype B/E/P2 (zoutzuur, chloorbleekloog)

Bij een calamiteit waarbij chloorgas vrijkomt moet men een persluchtmasker gebruiken. Persluchtmaskers kunnen alleen door opgeleide medewerkers worden gebruikt.


Raadpleeg ook het veiligheidsinformatieblad van de zwembadchemicaliën.

NB. Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten goed passen. Tevens is een training nodig voor het deskundig gebruik van de beschermingsmiddelen en de risico’s van de chemicaliën.

Terug naar overzicht