Aandachtsgebieden
Ongewenst gedrag wordt in de Arbowet geschaard onder het begrip ‘Psychosociale arbeidsbelasting’, dat opgedeeld kan worden in drie aandachtsgebieden:
- Ongewenst gedrag intern: agressie, geweld en intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten door medewerkers.
- Agressie, geweld en ander ongewenst gedrag door derden, zoals door studenten, ouders, indringers, bezoekers en leveranciers.
- Werkdruk (dit onderdeel is elders in de arbocatalogus uitgewerkt).
Hogescholen kunnen overigens ook andere vormen van ongewenst gedrag benoemen, die niet onder de definitie van de Arbowet vallen.
Medewerkers die slachtoffer zijn van ongewenst gedrag (die ongewenst gedrag hebben ervaren) kunnen, eventueel met steun van anderen:
- de dader aanspreken
- een gesprek aangaan bijvoorbeeld met een leidinggevende
- zich wenden tot een vertrouwenspersoon.
Eventueel kan een officiële klacht worden ingediend.
(Meer informatie over vertrouwenspersonen en de klachtenregeling is te vinden op intranet van de eigen hbo-instelling.)
NB: In het Studentenstatuut geeft een hbo-instelling weer welke regelingen van toepassing zijn als een student ongewenst gedrag ervaart, bijvoorbeeld van een medestudent of van een medewerker van de instelling. Het is aan te bevelen om de regelingen voor medewerkers en voor studenten op dit gebied zoveel mogelijk te integreren.
Ongewenst gedrag intern
Het gaat hier om ongewenst gedrag van medewerkers en leidinggevenden naar medewerkers of leidinggevenden, voorzover verband houdend met hun activiteiten voor de hbo-instelling.
Intern ongewenst gedrag omvat de volgende onderdelen:
Beleid ongewenst gedrag
De werkgever stelt een regeling over ongewenst gedrag op. Dit beleid is van toepassing op medewerkers, voorzover verband houdend met hun activiteiten voor de hbo-instelling. Over deze regeling dient overeenstemming met de Persooneelsgeleding van de Medezeggenschapsraad te worden bereikt.
De regeling bevat tenminste de volgende aspecten die in de cao-bepaling zijn opgenomen:
- het doel en het beleid ter zake van seksuele intimidatie en agressie
- de wijze waarop aanwijzing van vertrouwenspersonen geschiedt, alsmede de taken en bevoegdheden van bedoelde vertrouwenspersonen
- de wijze waarop ongewenst gedrag aan een vertrouwenspersoon kenbaar kan worden gemaakt
- een reglement voor de behandeling van een ingediende klacht ter zake van seksuele intimidatie en agressie, de wijze van uitspraak daaronder begrepen, door een door de werkgever ter zake ingestelde commissie
- de bepaling dat de werkgever op grond van een uitspraak van een hiervoor bedoelde klachtencommissie een beslissing neemt over de te treffen maatregelen, disciplinaire maatregelen daaronder begrepen. Indien zich omstandigheden voordoen die naar de mening van de werkgever geen uitstel dulden, kan de werkgever maatregelen treffen voordat de klachtencommissie een uitspraak heeft gedaan
- de wijze waarop de privacy van betrokkenen wordt beschermd.
Om aan te sluiten bij de richtlijnen van de Nederlandse Arbeidsinspectie bevat het beleid ongewenst gedrag daarnaast ook de volgende elementen:
- De aanpak van intimidatie, pesten en discriminatie (deze elementen zijn niet in de cao opgenomen, maar de voorgeschreven aanpak komt overeen met die van seksuele intimidatie en agressie)
- De manier hoe wordt vormgegeven in de Plan-Do-Check-Act-cyclus. Daarin zijn inventarisatie, melding en registratie en de jaarlijkse evaluatie essentiële elementen.
- Gedragscode (on)gewenst gedrag
- Voorlichting aan medewerkers
- Instructie aan leidinggevenden en andere betrokken functionarissen
- Nazorg
Om het beleid van uw instelling rond intern ongewenst gedrag te beoordelen kunt u gebruik maken van een digitale tool van de Nederlandse Arbeidsinspectie: Zelfinspectie ‘Pesten, discriminatie en seksuele intimidatie’.
Agressie, geweld en ander ongewenst gedrag door derden
Agressie, geweld en ander ongewenst gedrag door derden - zoals studenten, hun ouders, bezoekers, indringers en leveranciers - kunnen een enorme impact hebben op medewerkers die er slachtoffer van zijn. Maar ook op de organisatie als geheel.
Beleidsmatige aanpak
Binnen of naast het beleid ongewenst gedrag wordt ook aandacht besteed aan agressie en geweld door derden. Zo richt de RI&E zich op dit thema ((inventarisatie van ongewenst gedrag door derden) en is er een jaarlijkse evaluatie van de effectiviteit van de maatregelen.
Een beleidsmatige aanpak van ‘agressie en geweld door derden’ omvat ook de volgende elementen:
- Melden en registreren van incidenten
- Huisregels voor derden
- Protocol agressie en geweld
- Voorlichting en onderricht aan medewerkers
- Instructie voor leidinggevenden en andere betrokken functionarissen
- Personele en organisatorische maatregelen
- Technische en bouwkundige maatregelen
- Alarmsysteem en alarmprocedure
- Nazorg
- Aanpak daders
Om het beleid van uw instelling rond agressie en geweld door derden te beoordelen kunt u gebruik maken van een digitale tool van de Nederlandse Arbeidsinspectie: Zelfinspectie 'Agressie en geweld door derden'.